Hoe vreemd, dat voor de schapen zijner weide
de herder zelf ter slachtbank zich liet leiden,
de heer zich voor de schulden zijner knechten
aan 't kruis liet hechten.
O wonderbare liefde, die ons denken
te boven gaat, wat kan mijn liefd' U schenken,
wat ooit bereiken de arbeid mijner dagen,
dat U behage?
O liefde, voor dit offer van uw leven,
wat kan ik, dan mijzelf ten offer geven,
opdat ik nooit, hetzij ik leev' of sterve,
uw liefde derve!
Gez 181: 4,5,6 LvK